De Varkensbaai
Deze foto werd genomen aan de beroemde varkensbaai (Bahia de Cochinos) ligt 48km. ten zuiden van het plaatsje Guama. De door de CIA gefinancierde invasie vanuit de zee op deze plaats op 17 april 1961, werd binnen 72 uur afgeslagen. In totaal werden 200 tegenstanders gedood en 1197 gevangen genomen. 11 vijandelijke vliegtuigen werden neergeschoten. De wateren rondom deze kust vormen een favoriete bestemming van duikers en snorkelaars
|
Varkensbaai |
Guamà
Vanaf de steiger bij La Boca vertrekken bootjes met hoge snelheid naar het indianendorp Guama aan de Laguna del Tesoro.Langs het kanaal staan prachtige casuarina's, sparachtige bomen. Op de terugweg met de boot merk je prachtige lotusbloemen op een rustiger zijkanaal.
De laguna del Tesoro dankt zijn naam aan de legende van indianenhoofdman Guama, die zijn volk nog voor de komst van de Spanjaarden zou hebben aangespoord alle schatten in het meer te gooien. Vanzelfsprekend is er nadien vaak naar gezocht, maar nooit iets gevonden.
Op de oevers is in 1963 een indianendorp nagebouwd. De bezoeker wordt ontvangen door betonnen indianen in levensechte houding. De hutten zijn van authentieke materialen gebouwd; overwegend tropisch hardhout en palmbladeren. De grote ronde hut is die van de indianenhoofdman, de cacique.
|
Steiger bij La Boca |
|
Een rustiger zijkanaal |
|
Langs het kanaal |
|
De laguna del Tesoro en indianendorp Guama |
|
De laguna del Tesoro en indianendorp Guama |
|
De cacique
Criadero de Coco
Wanneer je vanauit Havana/Varadero het Nationaal Park Penisula de Zapata inrijdt, kom je bij Boca de Guama de krokodillenkwekerij Criadero de Cocodrilos tegen. Fidel Castro had deze krokodillenkwekerij in 1962 opgezet voor het behoud van 16 bedreigde reptielsoorten. Deze kwekerij is de grootste van heel Cuba. Het is nu de tweede grootse farm ter wereld.
Krokodillen hebben altijd al in het wild geleefd in Cuba, vooral in de waterrijke kuststreken. Alleen in de ondoordringbare moerassen konden ze standhouden. De cocodrilo cubano kan 4 m lang worden en 25 tot 30 jaar oud. Een pad voert je langs de kweekvijvers. In elke 'poel' zijn de dieren gesorteerd op leeftijd, grootte en soort. In elke 'poel' zijn de dieren gesorteerd op leeftijd, grootte en soort.
|
|
De cocodrilo cubano in een van de kweekpoelen |
|
Een jonge cocodrilo cubano
Cienfuegos
Cienfuegos is een havenstad en hoofdstad van de gelijknamige provincie. Het heeft een goed bewaard centrum en heeft aan het centrale plein Parque Marti de enige triomfboog van heel Cuba. Ook is er bij het Parque Marti de 'nul-kilometer' (het middelpunt van Cienfuegos) te zien. Het plein, welke 200x100m is, is vanwege de omliggende gebouwen en historische betekenis uitgeroepen tot nationaal monument. Midden op het plein staat een monument van Jose Marti. Verder wordt het plein omringd door het Palacio del Ayutamiento, het theater Teatro Tomás Terry, Catedral de la Purísima, Museo Provincal en Palacio Ferrer.
|
|
Het theater Teatro Tomás Terry |
|
Monument van Jose Marti |
|
Catedral de la Purísima |
|
Het centrale plein Parque Marti |
Palacio de Valle Cienfugos
Palacio de Valle is tussen 1913-1917 gebouwd en is ontworpen door buitenlandse en Cubaans-geboren architecten. Het gebouw is gedecoreerd met Gotische, Venetiaanse en nieuw-Moorische motieven en laat ook sterke Arabisch-Spaanse invloeden zien. De drie verschillende torens symboliseren de kracht, het geloof en de liefde.
|
Palacio de Valle |
Benny Moré
Benny Moré, voluit Maximiliano Bartolomé Moré Gutierrez (Santa Isabel de las Lajas, 24 augustus 1919 - Havana, 19 februari 1963) wordt door vele liefhebbers van Cubaanse muziek gezien als de grootste Cubaanse zanger aller tijden. Hij had een aangeboren muzikaliteit en een vloeiende tenorstem die hij met grote expressiviteit wist te kleuren en fraseren. Moré beheerste alle genres van Cubaanse muziek, vooral mambo, son montuno, en bolero. Moré stond bekend onder verschillende bijnamen, onder andere el Bárbaro del Mambo (de "wildeman van de mambo") en el Bárbaro del Rítmo.
|
Het standbeeld van Benny Moré |
Topes de Collantes
Ongeveer 30 minuten rijden ten noorden van Trinidad ligt Topes de Collantes. Vanuit hier kun je twee wandelroutes nemen en genieten van de prachtige natuur van het ongerepte Sierra del Esembray. Topes de Collantes ligt 800 meter boven zeeniveau met goede schone lucht. Er werd hier zelfs al een sanatorium voor longpatiënten gebouwd, dat nu in gebruik is als antistresscentrum. Je kunt wandelen via het bos naar de Salto del Caburní. Dit is een waterval bij een steile rotswand. Het water vormt een grote poel waar je kunt zwemmen. Onderweg naar de waterval loop je door een ongerept tropisch bos met vreemde rotsformaties. Ook is er een grot, La Batata, met een ondergrondse rivier. Het is raadzaam om bij een hotel na te vragen waar de wandelroute begint, want er staat in de omgeving vrijwel niets aangegeven. Het is onmogelijk om met een normale huurauto de waterval te bereiken. Deze is alleen te voet, met een 4x4 auto of met een toeristenvrachtwagen te bereiken. Wel is het prachtig om door de omgeving heen te rijden. Er zijn enkele prachtige uitzichtpunten.
|
Een van de prachtige uitzichtkpunten |
|
Een van de prachtige uitzichtkpunten |
|
De waterval van Salto del Caburní |
|
De waterval van Salto del Caburní |
|
Een grote poel waar je kunt zwemmen |
|
Een van de prachtige uitzichtkpunten
|
Trinidad
Trinidad is samen met Oud-Havana de architectonische schatkamer van Cuba. De proporties zijn echter totaal verschillend.
Terwijl Havana uitgroeide tot eerste handelscentrum, grote haven en hoofdstad, bleef Trinidad niet meer dan een rijk regionaal centrum. De wat geïsoleerde ligging van het stadje, achter de Sierra del Escambray, zorgde ervoor dat Trinidad bleef zoals het was. Trinidad werd in 1514 gesticht door Diego Veláquez. Sinds 1988 werd de stad door de UNESCO op de werelderfgoedlijst geplaatst. Wanneer je door Trinidad heb je het idee alsof de tijd heeft stilgestaan in de koloniale tijd met de originele keienstraatjes en pastelkleurige huizen. Het is het ´typische´ beeld wat de meeste mensen bij Cuba hebben. Van de 17e eeuw tot de 19e eeuw was de stad een belangrijk centrum voor de handel in suiker en slaven.
De charme van het stadje komt je tegemoet bij iedere stap die je zet op de kasseien in het autovrije oude stadsdeel.
De smeedijzeren (rejas) en houten hekken voor de ramen zijn soms ware kunstwerken.
Vooral in de vooravond, als het gewone volk op straat komt, gaat Trinidad leven.
Het Plaza Mayor is de beste plaats om de verkenning van Trinidad te beginnen.
De gebouwen rond de Plaza Mayor getuigen van de rijkdom van de landeigenaars in die tijd.
|
Het autovrije oude stadsdeel. |
|
Een oldtimer |
|
De melkboer levering aan huis |
|
De originele keienstraatjes en pastelkleurige huizen |
|
De originele keienstraatjes en pastelkleurige huizen |
|
De originele keienstraatjes en pastelkleurige huizen |
|
Iglesla y Convento de San Francisco |
|
Kinderen die op een pleintje hun middagmaal nuttigen |
|
Het Plaza Mayor |
|
Iglesia de Santa Ana |
Sancti Spiritus
De stad Sancti Spiritus trekt maar weinig bezoekers, terwijl het wel de status van 'nationaal monument' heeft. In 1514 werd deze stad gesticht door Diego Vélàzquez aan de oever van de Tuinucù, maar op een totaal andere locatie. Acht jaar later verhuisde de stad naar de huidige locatie. In 1586 staken Britse piraten de stad in brand en ging het toenmalige stadarchief verloren. In de 17 en 18e eeuw werd de stad als politiek, economisch en militair centrum verfraaid met mooie herenhuizen. Het centrum van de stad kan in een paar uur te voet worden verkend. Het is aangenaam lopen door de pas gerestaureerde straten van Sancti SpÃritus tussen de kleurige koloniale herenhuizen. Van de Yayabo-brug kom je in het koloniale centrum. Langs het hoofdplein Parque Serafin Sanchez staan 18e en 19e eeuwse monumenten, musea en herenhuizen. De blauwe gevels van de Parraquial Mayor del Espiritu Santo is goed te zien vanaf afstand. Deze kerk verrees in de 16e eeuw, nadat deze was verwoest door de piraten. Het is een van de oudste kerken van Cuba.
|
De Yayabo-brug |
|
De Yayabo-brug |
|
Parraquial Mayor del Espiritu Santo |
|
Een blik binnenin de Parraquial Mayor del Espiritu Santo |
|
Het hoofdplein Parque Serafin Sanchez |
|
Een kleine kerk niet ver van het Parque Serafin Sanchez |
Santa Clara Plaza de la Revolución
Santa Clara is op 15 juli 1689 gesticht door een groep inwoners van Remedios, die het binnenland waren ingetrokken om verlost te zijn van piraten. De stad is beroemd om één belangrijke historische gebeurtenis: in 1958 vonden hier de laatste gevechten van de door Che Guevara geleide guerrillaoorlog plaats. Gevechten die het einde van Batista's dictatuur betekenden. Hierdoor wordt Santa Clara ook wel 'de stad van de heldhaftige guerrilla' genoemd. Het is een levendige stad met diverse interessante bezienswaardigheden. Natuurlijk is het monument 'Commandante Ernesto Che Guevara hier één van. Architect Jorge Cao Campos en de beeldhouwer José Delarra ontworpen het monument op de Plaza de la Revolución en is opgericht ter herinnering aan de Slag van Santa Clara. Op 28 december 1988 werd dit monument onthuld. Het complex omvat een museum en het mausoleum van Che Guevara(verboden foto's te nemen). Het monument wordt gedomineerd door een indrukwekkend bronzen beeld van Che, met zijn arm in het gips. Daaronder toont een bas-reliëf tafarelen uit de strijd, voorzien van de historische woorden die Che in zijn afscheidsbrief schreef toen hij naar Bolivia vertrok. Ernesto Guevara beter bekend onder de naam Che Che
Guevara was een lid van Fidel Castro's Revolutionaire Beweging van de 26e juli, die in 1959 in Cuba via een revolutie aan de macht kwam. Na verscheidene posten in de nieuwe Cubaanse regering te hebben bekleed, verliet Guevara Cuba in 1966 om de revolutie in andere landen te verspreiden. Eerst in de Democratische Republiek Congo en later in Bolivia. Op 8 oktober 1967 werd Guevara opgepakt tijdens een door de CIA georganiseerde militaire operatie van het Boliviaanse leger. Hoewel de CIA hem voor ondervraging in leven wilde houden, werd Guevara de dag na zijn gevangenname geëxecuteerd. In juli 1997 zijn de overblijfselen van Guevara en zes van zijn kameraden naar Cuba overgebracht en in oktober 1997 met militaire eer bijgezet in een mausoleum in Santa Clara.Guevara, was een Argentijns marxistische revolutionair en Cubaans guerrillaleider. De bijnaam Che kreeg hij gedurende zijn verblijf in Guatemala. In Latijns-Amerika wordt de kreet "Che" gebruikt om iemands aandacht te trekken; het kan vrij vertaald worden als 'vriend' of 'maat'. "Che" wordt ook gebruikt als bijnaam voor iemand uit Argentinië.
|
Het monument op de Plaza de la Revolución |
|
Indrukwekkend bronzen beeld van Che |
|
Bas-reliëf tafarelen uit de strijd |
|
Het plein Plaza de la Revolución |
Valle de Vinales
Het landschap van Valle de Vinales is uniek te noemen. Er zijn hier onder andere mogotes te zien. Deze mogotes behoren tot de oudste rotsen in Cuba en zijn de enige resten van het oude kalksteenplateau. In de miljoenen jaren van hun bestaan spoelde de lager gelegen, waterhoudende grondlaag het poreuzere kalksteen weg, waardoor grote holten ontstonden. De bovenlaag stortte later in en slechts de sterkste kalkstenen pijlers bleven overeind staan. De mogotes kijken uit over de maïs- en tabaksvelden. In het gebied valt veel te zien, niet alleen het prachtige uitzicht. Zo kun je de grotten van Cueva del Indio bezoeken waar je het laatste deel met een boot vaart door de grotten. Ook is er een mogote te zien waar de befaamde Mexicaanse schilder Diego Rivera de evolutie van ammonieten tot Homo Sapiens heeft verbeeld.
|
Het landschap van Valle de Vinales |
|
Het oude kalksteenplateau |
|
Een waterval aan de uitgang van de grotten van Cueva del Indio |
|
|
Uitgang van de grotten van Cueva del Indio |
|
Een mogote waar de befaamde Mexicaanse schilder Diego Rivera de evolutie van ammonieten tot Homo Sapiens heeft verbeeld |
Van tabak tot sigaarDe beste tabak groeit in de vruchtbare valleien ten noorden en westen van de hoofdstad Pinar del Rio. Het verbouwen van tabak is arbeidsintensief werk.
Nauwelijks zes weken nadat de planten zijn ingezaaid en een speciaal bed, worden ze overgeplaatst naar het veld. Om ze te beschermen tegen felle zon worden de beste variëteiten, die dienen voor het dekblad van de fijnste sigaren, overdekt met grote witte doeken. Bijna drie maanden blijft de tabak op het veld om de juiste omvang te bereiken. Voortdurend zijn er mensen bezig om onkruid en kleinere blaadjes aan de stengels weg te halen. Daarna worden de grote bladeren geplukt en op lange stokken te drogen gehangen in de vagas. Na zeven weken moeten de bladeren fermenteren in een dichte, donkere ruimte.
In de sigarenfabriek worden de bladeren geselecteerd op kleur, elasticiteit en dikte. De produktie van sigaren is nog puur handwerk. De werkbanken, ze lijken op lessenaars, van de mannen en vrouwen staan in lange rijen achter elkaar. De bladeren worden gesplitst. Elke laag in de sigaar heeft zijn eigen type blad. De fijnste bladeren zijn het dekblad, de geurigste zorgen voor het aroma en binnenin komen de wat grovere bladeren. Afhankelijk van kwaliteit, kleur en aroma zijn er verschillende typen sigaren.
Nadat eerst nerf en rand van het blad zijn weggesneden met een ogenschijnlijk simpele handbeweging, wordt de sigaar gerold. per dag rolt een arbeider gemiddeld 100 sigaren. Alle Cubaanse grote merken, Cohiba, Monte Christo etc worden netjes op temperatuur en vochtigheid bewaard tot verkoop. Spijtig, maar tussen de werkbanken mag je in de fabrieken niet fotograveren of filmen!
Deze foto's zijn genomen bij de boer op zijn boerderij.
|
Een veld met aangeplante tabakplanten |
|
Arbeiders zijn de tabaksplantjes aan het uitplanten op het veld |
|
Een tabaksschuur |
|
Tabaksbladeren die hangen te drogen |
|
Het vakkundig wegsnijden van de nerf van het tabaksblad |
|
Het rollen van de sigaar |
|
Een sigaar dient om opgerookt te worden. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten